1. Bereikbaarheid vitale kernen
1.1 Aanleiding en scope
De vitaliteit van kernen wordt mede bepaald door de inclusiviteit en toegankelijkheid van het vervoerssysteem voor verschillende doelgroepen. Doelstelling hierbij is dat de regio bereikbaar blijft en mensen kunnen blijven meedoen aan de samenleving.
Dit onderzoek is een verkenning om een beter inzicht te verkrijgen in de mobiliteitsmogelijkheden en behoeften van de inwoners in (kleine) kernen in Regio Noordoost-Brabant. De aanleiding voor het mobiliteitsonderzoek is het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving 'Toegang voor iedereen?' (2022). Dit rapport liet zien dat er sprake kan zijn van beperkte bereikbaarheid per openbaar vervoer en fiets in stadsranden, dorpen en in het landelijk gebied. Hierdoor zijn (bovenlokale)voorzieningen en banen in deze gebieden beperkter bereikbaar. Recentelijk (september 2024) heeft het Planbureau voor de Leefomgeving ook het rapport 'Beter bereikbaar?' gepubliceerd. Hierin is een vergelijking gemaakt tussen de bereikbaarheid van voorzieningen tussen 2012 en 2022, met name de afschaling van het openbaar vervoer blijkt een grote impact te hebben.
Om een compleet beeld te genereren zet dit onderzoek in op een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Op basis van een data-analyse zijn er 7 mobiliteitsprofielen gedefinieerd die objectief de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende kernen in kaart brengen. Aan de hand van een vragenlijst en focusgroepen is inzicht gekregen in de burgerperspectieven.
Tijdens de verkenning was de volgende onderzoeksvraag leidend:
"Wat zijn de mobiliteitsbehoeften van kleine kernen in Regio Noordoost-Brabant en is er een handelingsperspectief?"
Het onderzoek is een bouwsteen voor de dorpenstrategie van RNOB en biedt inzichten die passen bij het Multimodale MobiliteitsPakket.
1.2 Verschillende invalshoeken
Bereikbaarheid is een veelzijdig begrip dat verder gaat dan alleen de reistijd tussen twee punten. Op basis van een uitvoering literatuuronderzoek is gekozen om bereikbaarheid te benaderen vanuit drie perspectieven. Deze integrale benadering helpt om een genuanceerder beeld te krijgen van het begrip bereikbaarheid. Voor dit onderzoek onderscheiden we drie vormen van bereikbaarheid.
-
Toegang tot bovenlokale mobiliteit: de toegang tot vervoer, dat vaak verbonden is aan de beschikbaarheid van diensten of infrastructuur;
-
Nabijheid van voorzieningen: de moeilijkheid om bepaalde kernactiviteiten te bereiken – zoals werk, onderwijs, gezondheidszorg, winkels enzovoort – tegen redelijke kosten, gemakkelijk en op een redelijk tijdstip;
-
Persoonlijke kenmerken: de individuele (financiële) middelen en mogelijkheden om zich te kunnen verplaatsen met een bepaalde vervoerwijze (auto/openbaar vervoer) naar een bepaalde bestemming.
De drie verschillende invalshoeken zijn een vertaalslag van uit de begrippen ‘Mobility poverty’, ‘Accessibility poverty’, en uitbreiding van het begrip ’Transport affordability’ vanuit de literatuurstudie Lees hier meer over in het literatuuronderzoek.
1.3 Achtergrondinformatie bereikbaarheid, voorzieningenniveau en vervoersarmoede
Wanneer we mobiliteit bekijken vanuit de mogelijkheden om deel te nemen aan de samenleving zetten we in op een bereikbaarheidsbenadering. Het is dan belangrijk dat we verkeer en vervoersdiensten in samenhang brengen met de ruimtelijke opgave én het sociaal culturele en economische domein. De locatie van voorzieningen en persoonlijke mogelijkheden hebben namelijk een grote impact op bereikbaarheid van individuen.
Voor deze samenhang van domeinen is er steeds meer informatie en onderzoek, met name op landelijk niveau. Hieruit ontstaan ook de inzichten waar en waardoor er beperkingen van bereikbaarheid ontstaan. In veel onderzoeken wordt gerefereerd aan vervoersarmoede. Het is echter goed om te begrijpen dat wanneer bereikbaarheid wordt vergroot (middelen, snelheid, etc.) dit niet per se betekent dat vervoersarmoede wordt verkleind. En andersom, wanneer vervoersarmoede wordt verkleind betekent dit niet per se dat de bereikbaarheid voor iedereen wordt vergroot.
1.4 Projectproces en stakeholders
Het onderzoek van de mobiliteitsbehoeften van verschillende doelgroepen in kleine kernen in RNOB is uitgevoerd van maart tot en met september 2024 en volgens onderstaand proces. Tijdens het project heeft een begeleidingscommissie het onderzoek en de resultaten verrijkt met inzichten vanuit verschillende belangen, kennis en ervaring. Zowel op lokaal als landelijk niveau. De begeleidingscommissie had in het bijzonder aandacht voor opschaalbaarheid, interpretatie en aanscherping van analyse en conclusies, aansluiting bij de dorpenstrategie en het Multimodale MobiliteitsPakket. De begeleidingscommissie bestond uit vertegenwoordigers van:
-
Gemeenten Bernheze, Boekel, ’s-Hertogenbosch, Maashorst, Meierijstad, Land van Cuijk
-
RNOB
-
Provincie Noord-Brabant
-
Reizigersoverleg Brabant
-
Vereniging Kleine Kernen
-
Regio Hart van Brabant
-
Trendsportal Limburg
-
ANWB
-
Provinciale Raad voor mobiliteit
-
Onderzoeker Fiets