Toegang tot bovenlokale mobiliteit

De verschillen in de toegang tot mobiliteit zijn in kaart gebracht op basis van de geografische kenmerken van netwerken en mobiliteitsdienstverlening. Grotere afstanden tot het netwerk en een lagere beschikbaarheid van een auto leiden tot risico’s die de bereikbaarheid van inwoners beperken.

Toegang tot bovenlokale mobiliteit

Toegang doorfietsnetwerk​

Afstand

Mate van beschikbaarheid bus​

Afstand tot bushalte

Mate van beschikbaarheid bus avond​

Afstand tot bushalte met dienstregeling na 20.00

Mate van beschikbaarheid trein​

Afstand tot treinstation

Toegang Autonetwerk​

Reistijd oprit snelweg

Beschikbaarheid auto

Autobezit per huishouden

De onderstaande kaart toont geografisch de gebieden met hogere, gemiddelde en lagere risico’s op het gebied van toegang tot bovenlokale mobiliteit. In kernen en wijken die verder van netwerken en voorzieningen weg liggen en mensen met de regio verbinden, is er een verhoogde kans op verminderde bereikbaarheid.

Het verschil in risicofactor uit zich met name in de (al dan niet) aanwezigheid van trein- en busverbindingen. Mensen woonachtig in kernen met een grote afstand tot deze netwerken hebben minder mogelijkheden voor reizen buiten de eigen kern. Deze mogelijkheden nemen ’s avonds en in het weekend nog verder af. Kernen met een goede trein- en busverbinding scoren daarnaast in het algemeen ook hoog op de connectiviteit met andere netwerken (auto en fiets).

Voor een aantal kernen in de grensregio Noord-Limburg (Landhorst, Stevensbeek) en Gelderland (Lithoijen) en het midden van de regio (Loosbroek, de randen van Grave, Heeswijk-Dinther Uden, Veghel, Sint-Oedenrode en Boekel) is een hoger risico met betrekking tot de toegang tot bovenlokale mobiliteit berekend. Dit is verklaarbaar door het ontbreken van bus- en fietsverbinding naar deze kernen. Bij de grensregio met Noord-Limburg zijn er een aantal kernen ook minder goed verbonden met het bovenlokale fietsnetwerk.

Auto netwerk

Alle kernen zijn via het autonetwerk goed verbonden en te bereiken met gemeentelijke en provinciale wegen. Al is er een verschil in de afstand tot de snelwegen, vanuit elke kern ben je binnen 12,5 minuut bij de oprit van een snelweg (wanneer er geen file is) en vanuit 70% van de buurten ben je binnen 5 minuten bij een snelweg.

Het verschil in auto bezit per huishouden in RNOB is minimaal, het grootste deel van de buurten heeft 1 tot 1,5 auto’s per huishouden. In 20% van buurten hebben huishoudens meer dan 1,5 auto’s per huishouden, waarvan 3% meer dan 2 auto’s. In 12% van de buurten is er minder dan 1 auto beschikbaar per huishouden.

Fietsnetwerk

Het regionale (door)fietsroutenetwerk (‘hoofdfietsroutes’) bevat een aantal missende verbindingen. Vanuit de meeste kernen is een hoofdfietsroute binnen 1 km te bereiken. Er zijn enkele buurten waarbij dit het niet geval is. Dit zijn: Landhorst, Westerbeek inclusief, Stevensbeek, buitengebied De Peel, Vrilkhoven, Neerloon, Holthees, Dieden en De Baarzen. Daarnaast is te zien dat sommige kernen wel verbonden zijn met het hoofdfietsnetwerk maar niet via dit netwerk met alle naastliggende kernen met voorzieningen zoals bijvoorbeeld Loosbroek of Gemonde. Het hoofdfietsnetwerk in het oosten van de regio is minder fijnmazig dan in het westen en midden. De hiërarchie of kwaliteit van de fietsverbindingen is op basis van deze data niette zien.

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer dekt niet alle kernen, voor 53% van de buurten is de afstand tot een bushalte meer dan 400m en voor 28% van de buurten is dit verder dan 800m. De treinverbindingen zijn gekoppeld aan buslijnen (bushalte bij treinstation), met uitzondering van de stations Vierlingsbeek en Oss west. Deze stations zijn wel verbonden met het hoofdfietsroute netwerk.

’s Avonds (na 20.00 uur) is er geen busdienstregeling in veel kernen. Op een aantal routes geldt dit ook voor de avond dienstverlening. Opvallend is ook dat de stations Boxtel, Cuijk, Oss West en Ravenstein dan niet meer bereikbaar zijn met de bus.

Aanvullende mobiliteitsdiensten

Er is een variatie aan mobiliteitsdiensten in Regio Noordoost Brabant. Sommige mobiliteitsdiensten zijn enkel voor specifieke doelgroepen toegankelijk (denk aanlokale initiatieven voor ouderen of mensen die minder mobiel zien). Om deze reden zijn de mobiliteitsdiensten niet meegenomen in de afwegingscriteria. De variantie in mobiliteitsdiensten zijn wel in kaart gebracht.